ADHD is een beperking die meestal op jongere leeftijd wordt ontdekt. Het is mogelijk dat je er overheen groeit, dan zijn er geen klachten meer wanneer je ouder wordt. Dat is echter lang niet altijd het geval. Wat wel mogelijk is en dat is wel in alle gevallen mogelijk, is om er beter mee te leren omgaan, zodat je minder last ervaart in het dagelijks leven. In sommige gevallen wordt ADHD pas op latere leeftijd ontdekt. Dit is vooral het geval wanneer je klachten ervaart die pas op latere leeftijd tot uiting komen. Om te leren omgaan met ADHD, wanneer je die diagnose hebt gekregen is het belangrijk te weten dat er drie soorten ADHD bestaan.

ADHD-l

ADHD-l, oftewel ADHD type I (Inattentive), is het type waarbij je moeite hebt om je aandacht bij dingen te houden. Bij ADHD type l zit je vaak in je eigen wereld en lijkt het voor anderen dat je continue aan het dagdromen bent. Dit heette vroeger ADD, dat is alleen al een tijdje geen specifieke diagnose meer, maar is ondergebracht onder de diagnose ADHD.

ADHD-H

ADHD-H, oftewel ADHD type H (Hyperactive/Impulsive, wanneer je last hebt van ADHD type H ben je erg druk en impulsief. Je beweegt continu en kan bijna niet stilzitten. Je doet en zegt ook dingen zonder daarbij na te denken. ADHD type H Is de meest bekende vorm van ADHD die het vaakst wordt gediagnosticeerd, ook omdat de klachten die behoren bij ADHD-I niet altijd direct worden herkend.

ADHD-C

ADHD-C, oftewel ADHD type C (Combined), houdt in dat je diagnose inhoudt dat je zowel last hebt van ADHD-I als van ADHD-H. Qua klachten houdt dat in dat concentreren heel moeilijk is, maar ook druk bent. De behandeling van ADHD type C kan daarom ook anders zijn als de behandeling van ADHD type I of type H. 

Hoe nu verder?

Wanneer je weet welk van de soorten ADHD je hebt, is de vraag die kort daarna komt, hoe dan nu verder? In principe verandert er na het krijgen van de diagnose ADHD niet per se heel veel. Het kan alleen wel zo zijn dat bepaalde puzzelstukjes op zijn plaats vallen. Wanneer je net gediagnosticeerd bent is het van belang jezelf af te vragen of je wel of geen medicijnen wilt gaan gebruiken. Wanneer je dit wel graag zou willen proberen, dan moeten die eerst voorgeschreven worden. Dit kan meestal degene die de diagnose heeft gesteld ook regelen.